Terug naar overzicht

Aanpak wachttijden door regionale verbinding en zorginnovatie

Wachttijden binnen de GGZ blijven een belangrijk aandachtspunt. Cliënten dienen op het juiste moment passende zorg te krijgen, maar momenteel kunnen in meerdere regio’s gestelde normen rond wachttijden niet worden behaald. Diverse partijen zijn daarom al langere tijd aan de slag om de wachttijden binnen de GGZ terug te dringen. Het wordt steeds duidelijker dat hiervoor een regionale aanpak cruciaal is, met daarbij één gezamenlijke visie. Wie neemt dit initiatief? En hoe krijgt deze aanpak vorm? We spraken Rudolf Keijzer, algemeen directeur van Praktijksteun.

Aanpak wachttijden GGZ

Iedereen in Nederland heeft recht op toegankelijke en passende zorg binnen de GGZ. De Treeknorm beschrijft daarbij de maximaal aanvaardbare wachttijd. Deze liggen momenteel bij de basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ hoger dan we in Nederland hebben afgesproken. “Er zijn meerdere factoren die door zorgaanbieders genoemd worden als oorzaak van de oplopende wachttijden. De oplossingen voor deze complexe zorgvragen liggen niet altijd in de eigen beïnvloedingssfeer van de zorgaanbieder. Denk hierbij ook aan problematieken die spelen op landelijk niveau, zoals personeelsschaarste of een stijgende vraag van patiënten. Er kan daarentegen wel invloed worden uitgeoefend op het organiseren en structureren van zorg binnen de regio. Het is hierbij van belang dat er gezamenlijk tussen zorgaanbieders en ook met zorgverzekeraars plannen worden opgesteld en uitgevoerd. Alleen dan kan er een aanpak tot stand komen die nodig is om de wachttijden te verminderen”, vertelt Rudolf.

Zorginnovatie in de regio

Om wachttijden binnen de GGZ terug te dringen hebben zorgaanbieders, zorgverzekeraars en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2017 samen afspraken gemaakt. Rudolf: “Regionale taskforces zijn hierbij een belangrijk onderdeel, waarbij er met verschillende partijen uit de regio wordt gekeken hoe de wachttijden verminderd kunnen worden. De afgelopen jaren zijn er daardoor verschillende regionale initiatieven tot stand gekomen, onder andere in de regio’s Noord-Limburg en Midden-Brabant.”

Regionale initiatieven: Noord-Limburg

  •  In de regio Noord-Limburg werkt inmiddels al een aanzienlijk deel van de professionals (waaronder huisartsen, POH-GGZ, GBGGZ, SGGZ) op één regionaal e-healthplatform. “E-health wordt ingezet ter voorbereiding van de behandeling, overbrugging van de wachtperiode of ter ondersteuning of gedeeltelijke vervanging van de behandeling van de cliënt. Praktijksteun ziet een groot voordeel in een regionaal e-healthplatform. Het zorgt er onder andere voor dat cliënten bij een doorverwijzing niet opnieuw hoeven te beginnen met een e-healthmodule. De wachttijden binnen de GGZ, maar ook de duur van de periode waarin de behandeling plaatsvindt worden hierdoor behoorlijk verkort”, geeft Rudolf aan. Ook voor de Rijksoverheid, mede gezien de personeelsschaarste, is e-health in 2020 dé manier om de toegankelijkheid binnen de GGZ te vergroten.

Regionale initiatieven: Midden-Brabant

  • “In de regio Midden-Brabant ontwikkelde we met PRO-RCH (samenwerkingsverband tussen Zorggroep RCH Midden-Brabant en Praktijksteun) de regionale sociale kaart. Deze sociale kaart biedt een overzicht van huisartsenpraktijken en zorgaanbieders GGZ, inclusief hun zorgproducten en wachttijden. Nu voor de GGZ de inrichting is voltooid, wordt de sociale kaart op korte termijn uitgebreid met zorgaanbieders somatiek, welzijn en sociale voorzieningen. Doordat de wachttijden per zorgaanbieder inzichtelijk zijn, kan een verwijzing sneller en succesvoller plaatsvinden”, aldus Rudolf.
  • In Midden-Brabant ontwikkelde PRO-RCH in samenwerking met onder andere de gemeente Tilburg en zorgverzekeraar CZ een pilot POH-GGZ Jeugd. De POH-GGZ Jeugd heeft daarbij als doel om psychische of psychosociale problematieken bij kinderen of jongeren tijdig te signaleren. Rudolf: “Resultaten van dit project wijzen onder andere uit dat er een verbeterde vraagverheldering van jeugdigen en waar nodig een juiste verwijzing is. Hierdoor vermindert de wachtlijstvervuiling. Hiernaast is er een verbeterde (keten)samenwerking tussen onder andere de huisartsenzorg, onderwijs, wijkteams en de GGD. Doordat een deel van de zorgvraag kan worden beantwoord binnen de huisartsenzorg, wordt zo’n 40% van de verwijzingen voorkomen. Logischerwijs levert dit een forse besparing van (onnodige) kosten in de basis GGZ en gespecialiseerde GGZ op, zonder dat dit ten kosten gaat van de kwaliteit van de hulpverlening.
Regionale samenwerking

Om de wachttijd problematiek aan te pakken ziet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd dat samenwerking op regionaal niveau met andere GGZ-instellingen benodigd is. Evenals de verbinding met regionale zorgaanbieders, huisartsen en gemeenten. Rudolf: “De mate van bereidwilligheid voor een samenwerking die van algemeen belang is voor de regio is daarbij fundamenteel. Alleen door een sterke regionale verbinding zetten we de cliënt echt voorop.”