Terug naar overzicht

Verhaal uit de praktijk
De man met een geheimzinnig verhaal

In ‘Verhaal uit de praktijk’ nemen we je mee in een aantal bijzondere verhalen die onze POH-GGZ meemaken. We staan namelijk graag stil bij de laagdrempelige en passende zorg die zij voor patiënten met (milde) psychische klachten elke dag weer bieden. In deze editie van ‘Verhaal uit de praktijk’: de man met een geheimzinnig verhaal.

Geschreven door een POH-GGZ

De huisarts verwijst een 83-jarige alleenstaande man naar mij door. De huisarts kent deze man al jaren en noemt hem een excentriek persoon die verhalen vertelt waarbij het maar de vraag is hoe hoog het waarheidsgehalte is. Reden waarom hij zich bij de huisarts meldt is dat hij veel piekert en slecht slaapt. Volgens de huisarts is er bij hem mogelijk sprake van waanachtige ideeën. De huisarts hoopt dat slaaptips zullen helpen, maar vreest dat er antipsychotica of een doorverwijzing naar een psychiater nodig is.

De eerste keer dat ik hem spreek is er zeker bij aanvang sprake van een formeel gesprek. Hij legt wat afstandelijk contact, spreekt mij ook aan met meneer. Hij schetst zijn slaapproblemen en vertelt over hoe hij momenteel invulling geeft aan zijn leven. Het voelt alsof hij me aftast. Ik neem een wat afwachtende houding aan, waarbij ik wel interesse toon en verduidelijkingsvragen stel.

Op het einde van het gesprek vraagt hij mij toestemming om mij enkele vertrouwelijke zaken toe te lichten. Ik geef aan dat ik daar zeker voor open sta, maar dat ik hem wel graag recht wil doen. Ik vraag hem daarom hiermee te wachten tot ons volgende gesprek. Hij reageert hier verheugd op en is blij met mijn zorgvuldigheid.

Wat het tweede gesprek volgt is een verhaal over een uitvinding die hij lang geleden deed, een buurman die daarbij betrokken was en waarmee hij in conflict kwam. Dit leidde uiteindelijk tot tussenkomst van allerlei instanties, onder andere de AIVD. Volgens hem heeft vooral zijn vrouw hieronder geleden en heeft ze hier tot haar overlijden (nu twee jaar terug) veel last van gehad. Dit doet hem veel verdriet.

Hij geeft aan dat hij snapt dat zijn verhaal voor anderen ongeloofwaardig overkomt en praat er daarom met niemand over. Hij piekert er vaak over en dat houdt hem uit zijn slaap. Ik vertel hem dat zijn verhaal indruk op mij maakt, dat het inderdaad moeilijk te geloven is, maar dat het daarom niet zo hoeft te zijn dat het niet waar is. Ik leg hem vervolgens uit dat ik niet aan waarheidsvinding doe en dat mijn rol zich richt op de betekenis die het verhaal voor iemand heeft. Ik merk dat deze uitleg hem vertrouwen geeft. Ik vraag hem of hij een idee heeft hoe hij geholpen zou kunnen worden. Na enige bedenktijd geeft hij aan dat hij graag zijn verhaal op papier zou willen uitwerken. Als het klaar is zou hij het mij graag willen laten lezen, waarna we het samen zouden kunnen nabespreken. Dit zou hem helpen om het verhaal wat meer te kunnen laten rusten.

En zo is het ook gegaan. Hij bracht mij na drie weken een lijvig rapport en ik heb dat gelezen. Samen hebben we het nabesproken en aandacht besteed aan het overlijden van zijn vrouw. Hij was tijdens het gesprek heel emotioneel en hij huilde volop. Drie weken later sprak ik hem voor het laatst. Hij voelde zich goed, rustiger en sliep ook beter. Hij bedankte me uitvoerig voor mijn hulp en gaf aan weer op eigen kracht verder te kunnen. Een op het oog simpele interventie heeft een voor deze man diepgeworteld probleem tot normalere proporties teruggebracht. Het is fijn dat de POH-GGZ op deze manier kan bijdragen aan herstel.